zaterdag 16 augustus 2014

mens en samenleving: hersenspinsel 2


hersenspinsel 2

ONS ONDERWIJS VROEGER versus NU

Niet eens zo lang geleden werd onderwijs vooral gewaardeerd omwille van zijn maatschappelijke relevantie. De bedoeling was kritische hoogopgeleide burgers af te leveren die via hun persoonlijke ontwikkeling ook konden bijdragen tot een betere maatschappij. Een dergelijk idee klinkt vandaag ongelooflijk wollig en het woord burgers roept bij mensen onder de dertig alleen nog McDonalds op. Universiteiten, dat zijn toch kennisbedrijven die competenties moeten ontwikkelen bij hun studenten zodat ze regelrecht het bedrijfsleven kunnen instappen? Ten einde dit te bevorderen deden een aantal prominenten in de loop van het crisisjaar 2011 heel concrete voorstellen: verhoog het inschrijvingsgeld voor alle opleidingen die niet aansluiten bij het bedrijfsleven, verlaag het voor alles wat wel rendeert; wie hardleers is en toch kiest voor een niet- rendabele opleiding, die moet bestraft worden met een kortere of zelfs helemaal geen uitkeringsgerechtigde periode. Als klap op de vuurpijl kwam het voorstel om kleuters te screenen op hun vaardigheden, zodat ze meteen de juiste economische richting kunnen uitgestuurd worden. 

Een van de lessen uit de twintigste eeuw is dat elke dictatuur het onderwijs aangrijpt om kinderen ideeën op te dringen die voor een pak ellende zorgen en die de ontplooiing tot kritische, zelfstandig denkende mensen heel erg belemmeren. Als resultaat daarvan gingen er meer en meer stemmen op om de school zoveel mogelijk waardenvrij te maken.

De aanvankelijke doelstellingen zijn nobel: laat ons uitgaan van vaardigheden die belangrijk zijn in het beroepsleven, zodat jonge mensen straks alle kansen krijgen om hun eigen weg te banen, los van alle religieuze en ideologische poespas. Op vrij korte tijd kwam er een heel belangrijke betekenisuitbreiding, van praktische competenties (bijvoorbeeld talenkennis) naar persoonlijkheidskenmerken (flexibel zijn), en uiteindelijk naar de persoonlijkheid als dusdanig (de mens als manager van het eigen leven). De link met het neoliberalisme wordt duidelijk in courante zinnetjes zoals: kennis is menselijk kapitaal; competenties vormen een kapitaal dat beheerd en ontwikkeld moet worden; leren is een langetermijninvestering enzovoort.
Het doel heet dan zelfmanagement en ondernemerschap: jongeren moeten zichzelf beschouwen als een bedrijf, waarbij kennis en vaardigheden in eerste en laatste instantie een economisch belang hebben waarmee zij hun marktwaarde kunnen verhogen. Daarmee heeft het competentie-onderwijs uitdrukkelijk het ideologisch gedachtengoed van het neoliberalisme geïmplementeerd in de scholing van onze kinderen.


Ik ben dus in januari gestart met deze opleiding, Bachelor Lager Onderwijs via afstandsonderwijs. Wat ben ik blij dat er zo een mogelijkheid bestaat om gezin, werk en studeren te combineren. Toen ik 18 jaar was en mijn middelbare studies beëindigd had, wist ik nog niet wat ik wou doen met mijn leven en welke richting ik wou uitgaan. Daarom koos ik voor verkeerde studies. Nu voel ik me goed bij deze opleiding, maar zou ik hierom moeten gestraft worden door meer inschrijvingsgeld te moeten betalen omdat volgens 'kenners' dergelijke opleiding niet zou aansluiten bij het bedrijfsleven. Wie bepaalt welke opleiding aansluit en welke niet? Elke opleiding is ontstaan uit de behoefte van de maatschappij, of het nu om een grafisch ontwerper gaat, een boekhouder, manager, slager, bakker,...

Mijn moeder was de oudste van negen kinderen en kreeg van thuis uit niet de kans om verder te studeren toen ze 18 was. Ze ging aan de slag in het ziekenhuis als verzorgster en behaalde op eigen initiatief en via middenjury haar A2-diploma verpleegkundige. Met dit diploma kon ze aan de slag als vroedvrouw op de materniteit. Maar na 30 jaar dienst kreeg ze plots van de ziekenhuisdirectie te horen dat dergelijke diploma dus niet in aanmerking meer kwam voor een functie op de materniteit. Een diploma Vroedkunde werd een vereiste. Maar wat met de dertig jaar ervaring die ze in tussentijd opgebouwd had. Dus opnieuw schreef mijn moeder zich in. Deze leerde voor het behalen van haar Bachelor diploma Vroedkunde. Nota Bene: mijn moeder was toen 49 jaar. en opnieuw behaalde ze het diploma. In drie jaar en in combinatie met werken en huishouden. Zij is dan ook mijn grootste voorbeeld om te slagen in deze opleiding. Nu neemt ze er de job van zelfstandige vroedvrouw bij. En voor mij is dit dus wel degelijk een opleiding die goed is voor het bedrijfsleven (onze economie).

Zoals ik al eerder aanhaalde wist ik op 18-jarige leeftijd nog niet welke richting ik uitwou. Laat staan dat kleuter dit al weten op een leeftijd van 3 à 6 jaar. Wie wilde er als kind geen dokter, voetballer, juf of meester worden. Ik heb nog nooit een kind horen zeggen: ik ga in de politiek, of ik word psycholoog. Voor mijn opdracht van het vak Pedagogie las ik het artikel van Carl Honoré (Bulckaert, W. (2014). School is geen race tegen de tijd. Klasse, 242, 30-33)De belangrijkste  kerngedachten die ik onthield uit deze tekst zijn: procesgericht werken met meer aandacht voor leerervaring, het stimuleren van creativiteit en nieuwsgierigheid dankzij meer vrijheid voor  En uit recent onderzoek  professor Denise Pope van Stanford Graduate School of Education die in een studie gepubliceerd in the Journal of Experimental Education toont aan dat te langdurig huiswerk maken tot meer stress leidt. Een duidelijke visie over een leerlijn in het huiswerk maken ontbreekt nog volledig in het Vlaamse onderwijs en in de 
onderwijswereld op zich. dus stop met het testen van kleuters indien dit niet nodig is.

 Ik zie leren inderdaad als een langetermijninvestering. Je investeert in jouw toekomst en deze van jouw (toekomstig) gezin maar ook in de toekomst van onze samenleving en maatschappij. Permanente bijscholing is nodig op alle vlakken en beroepen. Niemand is te oud om bij te leren. Levenslang leren vind ik TOP. Er moet dan ook blijven geïnvesteerd worden in goed onderwijs.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten