zaterdag 16 augustus 2014

mens en samenleving: hersenspinsel 5


hersenspinsel 5

NEOLIBERALISME = gevaarlijk en onethisch op psychologisch vlak

Het neoliberalisme is ronduit gevaarlijk op psychologisch vlak. Hier heb ik als psychoanalyticus recht van spreken, dit is mijn vakgebied. Het is gevaarlijk omdat dit systeem het slechtste in de mens naar boven haalt en het beste onderdrukt. Dit gebeurde vooreerst op de werkvloer, maar ondertussen ook ten volle binnen ons onderwijs, waardoor het zelfs de nieuwe identiteit bepaalt.

Solidariteit wordt een kostbare luxe en moet de plaats ruimen voor steeds tijdelijke coalities met als voornaamste zorg dat men er meer winst uit haalt dan de anderen. Diepgaande sociale banden met collega’s zijn daardoor nagenoeg uitgesloten, een emotionele betrokkenheid bij het werk zelf is er nog nauwelijks en al helemaal niet meer bij het bedrijf of de organisatie. Pesten was vroeger een probleem op de scholen, nu is het volop aanwezig op de werkvloer, als een typisch symptoom van onmacht, waarbij de frustraties afgereageerd worden op de zwaksten. Onderhuids leeft er angst, van faalangst tot ruimere sociale angst voor die al te bedreigende ander.

Ik heb wat problemen met het feit dat volgens Paul Verhaegen diepgaande sociale banden met collega's nagenoeg uitgesloten zijn. Ikzelf heb hele goede contacten met mijn collega's en mijn beste vriendschappen zijn voortgekomen uit het samen werken. We waren eerst collega's en werden beste vrienden.
Ik voel me persoonlijk ook nog steeds heel emotioneel betrokken bij mijn werk en wil dat het bedrijf het goed doet. Volgens mij is dat weliswaar enkel mogelijk wanneer er wederzijdse appreciatie is. Ook in het onderwijs merk ik het tegenovergestelde. Mijn dochter heeft wat problemen met haar audio-visuele geheugen. Haar juf in de tweede kleuterklas hielp haar hier enorm in door gezelschapspelen te kopen die het audio-visuele geheugen gaan stimuleren. Oké, ze kan dit in haar klas gebruiken en de andere kinderen hebben er ook het genot van, maar in eerste instantie kocht ze het wel voor Iebe. We mogen vooral niet gaan veralgemenen of alles van zelfsprekend gaan nemen. Ik besef maar al te goed dat juf Barbara dat spel niet hoefde te kopen. toch deed ze het.
Tegen pesten op school worden goede en grote campagnes gevoerd en ik denk dat kinderen daar veel beter mee omgaan dan volwassenen. Ikzelf leef volgens het principe: wie mij niet groot heeft gebracht, zal mij ook niet klein krijgen. Nog een toepasselijk spreuk hierop en waar ik rotsvast in geloof is:

Een mens is harder dan steen, sterker dan ijzer, maar kwestbaarder dan een roos.



Als mijn dochter ruzie maakt met andere kinderen, dan zie ik dit zeker niet door de vingers. Oké ieder kind maakt wel eens ruzie zouden sommigen zeggen, maar dit wil nog niet zeggen dat we het moeten accepteren en tolereren. Ik vraag dan aan mijn dochter of zij het leuk zou vinden als iemand ruzie met haar zou maken. Je doet anderen niet aan, want je zelf niet graag zou willen of hebben.



1 opmerking:

  1. Ik volg Paul Verhaegen helemaal niet in deze stelling omdat hij hier wel meteen de vinger wijst naar het neoliberalisme, een vrij recent gegeven voor een eeuwenoud menselijk probleem, pesten.
    Pesten draait om machtsuitoefening van één of meerdere mensen tegenover één of meerdere "andere" mensen. Als psychoanalyticus moet Verhaeghen zeker geen vreemde zijn van het menselijk karakter dat zowel slechte als goede eigenschappen heeft. Historische bronnen tonen ons dat in gelijke welke cultuur machtsuitoefening van de ene op de andere groep plaatsvindt.
    Neoliberalisme heeft als centraal begrip: liberalisme. Liberalisme ontstond in de negentiende eeuw als politiek antwoord op de klassieke machtsinstellingen Kerk en Koning/adel die de rest van het gewone volk kon gebruiken naar behoeven. Dankzij de verlichte geestesstroming in de voorgaande anderhalve eeuw werden vragen én zelfs eisen gesteld met als voornaamste uitgangspunt: vrijheid voor de burger en het individu. Hierdoor konden meer mensen deelnemen aan het politieke en economische emancipatieproces. Spijtig genoeg nam dit emancipatieproces een dramatische wending toen steeds meer en meer landen in rechtstreekse concurrentie met elkaar treden op de steeds meer globaliserend wordende economie en hierdoor meer mensen in mensonterende omstandigheden aan het werk stelden. Tegelijkertijd ontstond het socialisme dat juist solidariteit tussen de zeer rijke werkgever en de zeer arme werknemers voorop stelde. De extremen "zeer rijk" en "zeer arm" zijn hier van cruciaal belang. Ik kom hier wat verder op terug.
    Het neoliberalisme, een recent en hedendaags begrip dat vooral een politiek-economisch gegeven is, stelt vrijheid voorop. Vrijheid voor de burger tegenover een groot en ingrijpend staatsapparaat en voor het individu. Het recht dus op het ontplooien van een individuele vrijheid op politiek, filosofisch, economisch, etc. vlak. Het recht op vrije meningsuiting, het recht op bescherming tegen seksuele discriminatie, het recht op onderwijs, het recht op godsdienstvrijheid, het recht op etc. Het recht op pesten heb ik nog nergens gelezen.
    Wellicht wil Verhaeghe hier duidelijk zeggen dat de drang naar vrijheid de nood aan solidariteit heeft verdreven. Hij heeft het hier duidelijk over neoliberalisme als "survival of the fittest": alleen de sterksten zullen overleven. Neoliberalisme is geen vraag naar overlevingsdrang ten koste van andere. Het is streven naar erkenning van individuele rechten. Het idee dat door economische uitdagingen het pestgedrag van mensen toeneemt op de werkvloer alleen maar toe te schrijven is aan het recente neoliberalisme is voor mij te kort door de bocht.

    BeantwoordenVerwijderen